Sleutelwoorden zijn de belangrijkste woorden uit een zin of tekst. Ze hebben altijd te maken met het onderwerp van de tekst.
Voorbeeld:
Kevin en Martijn voetballen vaak in de tuin. Soms komt de bal dan in de tuin van hun chagrijnige buurman terecht. Vandaag gebeurt dat weer. De buurman schreeuwt over de schutting dat het nu maar eens afgelopen moet zijn met die flauwekul. Nog één keer en hij prikt de bal lek.
sleutelwoorden:
voetballen
bal in de tuin
chagrijnige buurman
schreeuwt, afgelopen
één keer
prikt lek